Kerstkind
Hier lig ik in mijn kribbe, mijn strozak hagelwit
De stal een kleine kamer, gemaakt voor dit soort shit
Als Jozef en Maria kijken mijn oncologen toe
Het zwaar infuus maakt min of meer per druppel levensmoe
‘Stel dat het zou kunnen…’, zingt een engelenkoor
De herders worden wakker, gaan met Hallelujah door
De Wijzen – Facebook, Twitter en natuurlijk Instagram –
Bedelven me met hartjes, ‘veel liefs uit Rotterdam!’
Het jochie met het trommeltje: daar is mijn eigen Wolf
Met Elvis, Rover, Maantje Piet, het blijft een heel gevolg
Waar is mijn Daan, denk ik, en kijk, daar staat ze in de deur
Ik zie haar ogen breken bij mijn schemerbleke kleur
De os en ezel zijn er niet, maar wel is er een kaart
Van Grijze Poes en Bruine Poes, hond Dolly kwispelstaart
‘Wat waren we gelukkig’, zucht ik met warm verdriet
‘We zijn nog steeds gelukkig!’, vindt wijze Maantje Piet
Een ongevaccineerde legt beslag op onze stal
En ik moet in m’n eentje naar een teringdrukke hal
Het Weihnachtsoratorium, ik zet het op mijn kop
De tekst is nogal klote, maar de noten blijven top
‘Zeg Heer’, vraag ik, ‘als u belooft mij niet te snel hier weg te halen
Dan wil ik als cadeautje terug dat ding nog wel hertalen?’
De god die altijd bij me is, de Rotjesgod van binnen
Besluit dat het te laat is om daaraan te beginnen
‘Geef liever maar de boodschap door van Imagine-day’
(En wie daarnaar benieuwd is: lees dit weekend het AD!)
De eerste Trouw die ik zag, was voor de boezem van Phil Bloom
En dit wordt dan mijn laatste, als afscheid met een boem
Ik wens de wereld beterschap, houd allen goede moed
Want op een dag, wie weet al snel, komt alles, alles goed!
Jan Rot©
Trouw © 23 december
Reactie plaatsen
Reacties